De herfst is een gezellige periode, ook voor honden. Heel wat viervoeters ravotten graag in de prachtig gekleurde bladeren die zich ophopen in de parken en bossen. Maar natuurlijk heeft het herfstseizoen ook zijn minder leuke kantjes. Herfstweer kan guur, nat en koud zijn, en je uit je vel doen bibberen. Maar hoe zit dat nu eigenlijk bij dieren? Wanneer heeft je hond het koud?
Net zoals de meest geschikte voeding afhankelijk is van (onder meer) de grootte van je hond, is het antwoord op de vraag wanneer het te koud is voor je hond onder meer afhankelijk van zijn gestel. Kleine honden hebben minder vet en vatten dus sneller kou. Vanaf 8 °C is het buiten voor teckels en andere kleine hondenrassen al niet meer zo aangenaam. Middelgrote honden krijgen het rond 5 °C koud. Grote honden krijgen met hun dikkere vetlaag en hun lichaam dat minder warmte afstoot pas bij 3 °C last krijgen van de kou.
Naast de lichaamsgrootte spelen nog andere factoren mee, zoals de vachtstructuur. Het spreekt voor zich dat honden met kortere haren het sneller koud hebben dan langharige types. Bovendien hebben honden met een dubbele vacht een streepje voor op soortgenoten met een enkele vacht.
Ten derde heeft de leeftijd een invloed. Puppy’s kunnen niet goed tegen de kou, en ook oudere honden zijn kwetsbaar omdat ze hun eigen lichaamstemperatuur moeilijker geregeld krijgen.
Verder moet je rekening houden met de lichaamsbouw en conditie van je hond. Viervoeters met een vetlaagje verdragen de koude beter dan honden die gespierd zijn. Door hun atletsiche bouw hebben honden uit die laatste categorie meer energie nodig om zich warm te houden. Tot slot: brengt je hond het merendeel van zijn tijd binnen door, of leidt hij een actief buitenleven?
Misschien sta je er niet bij stil, maar je past de voeding van je hond bij koud weer het beste aan. Hou het gewicht en gedrag van je hond in de gaten, en geef eventueel wat meer voer per dag. Daarnaast kun je in de koudere seizoenen kiezen voor voeding met meer energie en een hoger vetpercentage.
De normale temperatuur van een hond ligt tussen de 38 en 39 °C. Dat cijfer kan oplopen bij inspanningen, maar door de kou ook snel dalen – zeker als je hond heeft gewandeld in natte sneeuw (die in zijn vacht blijft kleven) of in de regen. Je merkt dat je hond het koud heeft als hij rilt en zichzelf opkrult. Koop voor je kleine viervoeter gerust een jasje om hem te beschermen. Ook sporthonden hebben baat bij een hightechjas om hun spieren tijdens of na het sporten warm te houden en blessures te voorkomen.
Een hond die het koud heeft, neem je mee naar binnen waar het warmer is. Daarnaast kun je hem verwarmen door hem drinken op kamertemperatuur te geven, hem in te pakken met een deken of te knuffelen.
