Je hond kan natuurlijk niet praten, maar hij heeft zo z’n eigen manieren om je iets duidelijk te maken. Meestal begrijpen jullie elkaar prima, maar … soms zit je als baasje met de handen in het haar. Als je hond maar blijft blaffen, bijvoorbeeld. Sommige rassen blaffen van nature meer dan andere, maar dat is niet de hele verklaring.
Soms is blaffen een teken van vreugde of opwinding. Dat het hierom gaat, blijkt uit de specifieke situaties die je hond blij maken: je komt thuis van je werk, je pakt de hondenriem om te gaan wandelen, … Blij blaffen gaat gepaard met rondjes lopen of springen. Een beetje blaffen van blijdschap is oké, maar negeer je hond als hij dit blijft doen. Stimuleer hem zeker niet door terug te praten.
Een tweede optie: je hond blaft om te waarschuwen dat hij zich bedreigd voelt. Hij blaft bijvoorbeeld tijdens een wandeling naar andere honden of vreemden. Vaak gaan de haren op de rug ook iets overeind staan. Dit gedrag kan uitmonden in grommen als je niet optreedt. Wat je dan moet? Besteed niet te veel aandacht aan je hond, maar geef hem ruimte. Probeer dus de andere hond of vreemde niet té dicht te passeren en leid de aandacht van je viervoeter af met een speeltje of iets lekkers. Zorg dat de lijn niet strak komt te staan en beloon je hond zodra hij weer aandacht voor jou heeft. Zo kun je het blaffen uiteindelijk afleren.
Blaffen kan ten derde ook een teken zijn dat je hond bang is, bijvoorbeeld wanneer er rond de feestdagen vuurwerk wordt afgestoken in de buurt. Bang blaffen klinkt hoog (paniekerig bijna) en kan op een huil eindigen. Het is verder ook herkenbaar aan het zenuwachtige gedrag dat ermee gepaard gaat, zoals heen en weer lopen. Stel je hond gerust door hem te aaien en kalm toe te spreken.
Tot slot kan je hond blaffen om aandacht te vragen of iets gedaan te krijgen. Wil je dit blaffen afleren? Hou goed in het achterhoofd dat negatieve aandacht evengoed aandacht is. Ook daarmee geef je je hond dus bevestiging of stimuleer je hem in zijn ongewenste gedrag. Een betere strategie is hem negeren en geen oogcontact maken, of hem zelfs de rug toedraaien. Zodra hij stil is, draai je je om en geef je hem aandacht of een beloning. Zo leert hij dat stil zijn meer oplevert dan blaffen!