Puppy’s zijn altijd een plezier! Lopen er bij jou in huis al enkele kleintjes rond en is je hond hen aan het zogen? Of moet je nog even wachten tot je viervoeter haar draagtijd (gemiddeld 63 dagen) heeft afgerond? Wat de situatie ook is: je zogende of drachtige hond kan wel wat extra energie gebruiken! Hier lees je hoe je het haar zo makkelijk mogelijk maakt.
Een zwangerschap vraagt veel je hond: je kunt het vergelijken met topsport! Je viervoeter heeft daarom een andere energie- en eiwitbehoefte dan anders. Ze moet tenslotte niet alleen voor zichzelf zorgen, maar ook haar kleintjes doen groeien. De eerste zes weken van de dracht hoef je niet veel te veranderen aan de voeding, maar in de laatste drie weken gaan de pups sterk groeien en heeft je hond minder ruimte voor haar maag en darmen. Daarom schakel je op dat moment het best over op een energierijkere voeding in meerdere maaltijden per dag, zoals High Energy+.
Met High Energy+ doe je je zogende of drachtige hond gegarandeerd een plezier, want het voer bevat:
Zodra de pups geboren zijn, zal de behoefte aan (energierijke) voeding elke week alleen maar toenemen, totdat de pups zelf beginnen te eten. Hoeveel je hond exact nodig heeft, hangt af van het aantal pups en de hoeveelheid melk die ze kan aanmaken. Door de pups dagelijks te wegen en hun gewichtstoename nauwlettend te monitoren, kun je de voeding van de teef bijsturen. Schrik er niet van als dit het drie- of viervoud is van wat je hond normaal gezien eet! Dat is meteen ook de reden waarom je de voeding moet verdelen over vier maaltijden per dag.
Het allerbelangrijkste is om je drachtige hond niet te veel stress te bezorgen en voldoende te laten ontspannen, zodat ze zich rustig kan voorbereiden op haar kraamperiode. Beweging is erg goed, maar neem je drachtige hond de laatste drie weken niet meer zomaar overal mee naartoe. Ze mag namelijk geen ziektes oplopen of stress ervaren van andere honden.
Zoek daarnaast al enkele weken voor de bevalling een mand of werpkist uit waarin je teef languit kan gaan liggen met haar pups, en waarin ze makkelijk kan opstaan en weer liggen zonder op de pups terecht te komen. Kies bovendien een exemplaar uit dat je makkelijk kunt reinigen en ontsmetten. De pups doen hun behoefte in de mand, en hoewel de moeder ze zo goed mogelijk verschoont, moet je de mand om hygiënische redenen wel elke dag grondig schoonmaken. Verder zijn voldoende hoge randen een must: de mand moet de kroost beschermen tegen tocht en koude. Kies evenwel niet voor té hoge randen: je moet er nog vlot bij kunnen om de pups eventueel beter aan te leggen. De eerste weken moet er tot slot een warmtelamp boven het nest hangen, omdat de pups hun warmte nog niet zelf kunnen reguleren. Zet de mand op een warme en rustige plek in huis, waar zo weinig mogelijk mensen of andere huisdieren passeren.
Controleer regelmatig de vaginale afscheiding van je hond. Is die helder, rood en geurloos in de eerste week na bevalling, dan zit je goed. In week twee moet de kleur opschuiven naar roze, en in week drie zou de afscheiding doorzichtig moeten zijn. Een licht verhoogde temperatuur de eerste dagen na de bevalling is normaal, maar als de koorts blijft aanhouden, contacteer je beter de dierenarts om zeker te zijn dat je hond geen baarmoederontsteking ontwikkelt (die kan namelijk levensbedreigend worden).
