Moet een hond meerdere malen per dag worden uitgelaten?
Ja! Om honden gezond en gelukkig te houden, moeten ze voldoende beweging, positieve prikkels, uitdagingen en contact met soortgenoten hebben. Het uitlaten van de hond is dus zeker niet alleen om z’n behoefte te laten doen, het is een belangrijk onderdeel van zijn dag. Afhankelijk van ras, leeftijd en karakter laat je de hond idealiter een aantal keer per dag uit. Dat zal niet altijd even makkelijk in te passen zijn in onze drukke agenda’s. Probeer dan in elk geval één lange wandeling per week waarbij de hond z’n energie goed kwijt kan.
Hoewel de hond misschien heel blij en enthousiast is om naar buiten te gaan, kalmeer je de hond best vóór dat jullie naar buiten gaan. Laat de hond aan je voeten en hand snuffelen. Aai hem onderaf op zijn kin, liever niet bovenop zijn kop. Pak het tuigje of de halsband en laat de hond eraan snuffelen, en maak het vast. Even checken: zorg dat er twee vingers speling tussen de halsband en de nek zit. Laat de hond rustig zitten en geef hem een beloning. Zo. Halsband aan? Poepzakjes mee? Snoepjes in de aanslag? Go!
Dan is het nu tijd om naar buiten te gaan! Er valt van alles te ontdekken en te zien voor de hond.
Maak regelmatig contact met je hond: roep hem af en toe bij je en geef hem dan een snoepje of aai ter beloning. Merk je dat de hond snel stress-signalen vertoont (likken van de lippen, gapen, hijgen, haren overeind, staart tussen de benen)? Kalmeer hem dan wat en vermijd de stress-prikkels. Zoek een rustig plekje in de buurt op waar je lekker met de hond kunt wandelen.
Het kan heel vervelend zijn als de hond aan de leiband trekt. Je kunt dat niet in één wandeling veranderen, maar er zijn wel een aantal dingen die je kunt doen om het te beperken. De belangrijkste regel is: trek zelf niet aan de lijn. Hoe meer spanning je zelf op de lijn zet, hoe meer spanning je voor de hond creëert. Dat maakt het probleem alleen maar groter. Doe in plaats daarvan eens het omgekeerde. Trekt de hond aan de lijn? Stop dan en wacht totdat de lijn slap is. En loop dan pas weer door. Op die manier breng je de rust terug in de wandeling, en beloon je de hond voor een slappe lijn.
Honden ‘bekijken’ de wereld door hun neus. Een belangrijk doel van jullie wandeling is dan ook dat de hond volop kan snuffelen. Honden worden niet alleen moe van beweging, maar nog wel meer van ‘hersenwerk’. En dat snuffelen kost ze veel energie: ze analyseren de omgeving en verzamelen zo informatie. Daarom werkt snuffelen ook stress-verminderend: het geeft ze een gevoel van controle. Door het snuffelen begrijpen ze hun omgeving beter, het ontspant ze en ze krijgen een mentale uitdaging. Hoewel vaak wordt gedacht dat de hond continu op de baas moet letten, is dat dus niet helemaal waar. Een hond heeft ook de tijd nodig om zijn neusje te gebruiken. Haast je dus vooral niet en laat de hond rustig zijn omgeving besnuffelen.
Is het na een poosje snuffelen weer tijd om verder te lopen? Trek de hond dan niet mee, maar roep ‘m gewoon op vrolijke toon mee. Heeft de hond dan direct aandacht voor je? Dat verdient een beloning toch? Een snoepje of een heel enthousiaste ‘braaaaaaaf’
Misschien heb je deze opmerking ook wel eens naar je hoofd geslingerd gekregen. De hond loopt voor je en een voorbijganger roept “haha, wie laat wie nu eigenlijk uit?” Deze opmerking is best begrijpelijk als je met een gespannen leiband voortgetrokken wordt door de hond. En in dat geval kun je ook beter even stoppen en wachten tot de hond is gekalmeerd. Maar loopt de hond met een slappe leiband een stukje voor je? Dan is er niets aan de hand.
Is een hond die een stukje voor je loopt (vaak ongeveer 1,5 meter) geen teken van ‘dominant gedrag’? Helemaal niet. Sterker nog, in wilde roedels loopt de leider vaak achterop: die heeft zo het overzicht over de groep. De andere honden lopen als verkenners voorop. Evenzo met jouw vrolijke hond, hij is de boel aan het verkennen, en jij loopt ‘veilig’ achter hem en bepaalt de route. Zolang de hond ontspannen is en de leiband slap, is er dus totaal geen noodzaak om je hond per sé naast je of achter je te laten lopen. De dominantietheorie is achterhaald en inmiddels weten we dat gelukkige, evenwichtige honden niet heel de dag bezig zijn om ons te domineren. Integendeel: ze trekken er het liefst samen met het baasje op uit, snuffelend en spelend.
Tijdens de wandeling zul je ongetwijfeld andere honden tegenkomen. Als beide honden zijn aangelijnd, kun je het beste letterlijk met een boog om het andere duo heenlopen. In de natuur lopen honden namelijk niet frontaal op elkaar af, maar in een zijdelingse boog. Je kunt de honden dan rustig kennis laten maken. Laat het initiatief daarvoor bij de honden zelf. Geef ze de ruimte zodat de honden genoeg plek hebben om uit te wijken. Honden die een beetje wegkijken en via een soort omweggetje naar de andere hond toe lopen, zijn niet ongeïnteresseerd maar juist heel beleefd. Ze willen eigenlijk zeggen: ‘maak je geen zorgen, ik doe je geen kwaad’. Ook hier geldt weer: honden willen eerst even ruiken wat voor vlees ze in de kuip hebben.
Niet alle honden zitten op een andere hond te wachten. Laat een hond waarschuwingssignalen zien (met de ogen fixeren, staart gespannen rechtop, haar overeind, lippen likken, lip optrekken, grommen) neem dan afstand, roep de hond bij je en loop door. Ook als het baasje zegt ‘hij doet niks hoor!’. Wie de hondentaal leert kennen, zal merken dat een hond heel veel subtiele signalen geeft. Als je die taal steeds beter begrijpt, zul je met nog veel meer plezier met een hond wandelen en de hond zal het enorm waarderen dat jij voor hem een rustige en gebalanceerde wandeling maakt. Dat zal jullie band alleen maar versterken!
Iedere dag in hetzelfde tempo dezelfde route lopen kan niet altijd even leuk zijn. Voor een kort blokje om is dat geen probleem. Honden hebben binnen hun eigen omgeving genoeg te ontdekken.
Sommige viervoeters bloeien direct op als ze een nieuw gebied kunnen verkennen. Kijk welke onbekende gebieden in je omgeving, die goed te bereiken zijn, je kunt gaan verkennen. Samen kunnen jullie dan veel kleine ontdekkingstochten ondernemen. Ook het tempo is bij gezonde en volwassen honden variabel. Joggen of fietsen kan welkome afwisseling voor sportieve honden bieden. Start echter langzaam om je hond niet te overbelasten.
Een boswandeling is altijd fun voor je viervoeter. Hier vind je namelijk heel wat hindernissen die spannende uitdagingen kunnen vormen.
Wat dacht je van slalommen tussen de bomen? Liggende stammen zijn perfect om balanceren en springen te oefenen. Een echt goede uitdaging is om je hond op een omgevallen boomstam te laten liggen. Laat je fantasie de vrije loop.
Wees wel voorzichtig bij een aantrekkelijk uitziend mountainbikepad. Hellingen op en af gaan is voor veel honden misschien spannend, maar er kan plots een mountainbiker aan komen.
Honden zijn echte waterratten. In de natuur zijn er genoeg uitdagingen te vinden: bijvoorbeeld door kleine beken over te steken. Let er wel op dat je hond niet op andere dieren gaat jagen.
Wees alert, een hond mag niet overal zwemmen en het is ook niet overal veilig. Onderstroming in een rivier of diepe put of blauwalg zijn voorbeelden van gevaarlijke situaties.
- In de hoogzomer is het het beste om ‘s ochtends en ‘s avonds op ontdekkingstocht te gaan.
- Neem, naast poepzakjes en snoepjes, ook water voor je viervoeter mee.
- Respecteer de natuur; ga alleen naar gebieden die niet zijn afgesloten voor bezoek.
- Wissel concentratie af met ontspanning.
- Onthoud dat er zelfs diep in het bos nog andere honden rondlopen en ook joggers en fietsers voorbij kunnen komen.
- Laat je aandacht uitgaan naar je hond, niet naar je smartphone.
- Alleen in een veilige omgeving je dier vrij laten rondlopen.