Nadat je met je hond in het bos bent gaan wandelen of in de tuin hebt geravot, bestaat er altijd een kans dat er een ongenodigde gast meereist in de vacht van je viervoeter. Teken komen eigenlijk het hele jaar door voor, maar ze worden pas echt actief bij een temperatuur van meer dan 7 °C. Van maart tot oktober leveren de beestjes dus de meeste last op. In dit artikel delen we tips om je hond te beschermen én vertellen we waarom dat zo belangrijk is.
Teken lijken op platte spinnetjes: ze hebben ook acht poten. De vrouwtjes voeden zich met bloed van een zogenaamde ‘gastheer’, zoals je hond. Zodra een teek volgezogen is en haar lichaam helemaal opgezwollen, laat ze zich op de grond vallen.
Check na elke wandeling en of andere buitenactiviteit of je hond een teek heeft. Meestal zie je vooral het lijfje van zo’n teek zitten, want de kop zit vaak vastgehecht in de huid. Het resultaat lijkt op een bruine of grijze wrat van één tot drie millimeter. Teken kiezen vooral voor dunner behaarde delen, dus kijk zeker het hoofd, de oren (binnen- en buitenkant), de oksels en de liezen van je hond goed na. Voel met je vingers of er ergens een vreemde verdikking is. Waar de teek zit, vormt zich meestal een kleine ontsteking die je kunt voelen.
Teek gespot? Verwijder ze met een ontsmette tekentang: pak de teek zo dicht mogelijk tegen de huid van je hond beet en draai haar eruit, want de kop moet meekomen. Verpletter ze daarna tussen een papiertje en gooi het weg. Vergeet niet om daarna je tekentang opnieuw te ontsmetten.
Dat je hond misschien een teek bij zich draagt, is niet alleen een vies idee; het kan zelfs gevaarlijk zijn. Zo’n beestje kan namelijk niet alleen de mens, maar ook je hond met de ziekte van Lyme opzadelen. Al ontwikkelt je viervoeter meestal geen klachten; soms kan hij wel last hebben van gewrichtspijn, koorts, slechte eetlust en/of nier- en huidproblemen.
Teken (of liever: een bacterie die voorkomt in teken) dragen ook anaplasmose over, en ook die ziekte veroorzaakt koorts, gewrichtspijnen en orgaanproblemen. De parasieten babesia en erlichia kwamen vroeger enkel in het buitenland voor, maar door de klimaatopwarming komen ze ook bij ons meer en meer voor.
Net zoals je je hond regelmatig ontwormt, moet je maatregelen treffen om teken te voorkomen:
Zo, nu kan je hond goed beschermd naar buiten!